|
|
[1] Jo Gisekin (Gent, 14 mei 1942) is het pseudoniem van Leentje Vandemeulebroecke, een Vlaamse dichteres. Jo Gisekin is een kleindochter van de Vlaamse schrijver Stijn Streuvels waarmee ze een uitvoerige correspondentie voerde. Ze is gehuwd met Ludo Simons, germanist en voormalig directeur van de Stadsbibliotheek Antwerpen.
Zij bracht haar jeugd door in Machelen aan de Leie. Vanaf 1960 studeerde ze journalistiek in Antwerpen en Frans aan de Sorbonne. Tot 1970 woonde en werkte ze in Brugge. Na haar huwelijk met Ludo Simons ging zij in Antwerpen wonen.
Jo Gisekin debuteerde in 1969 met de bundel Een dode speelgoedvogel, waarvoor ze de poëzieprijs van de provincie Antwerpen kreeg.
Andere bekende werken zijn Klein huisboek (1975), Ach, hoe sereen en listig de narcissen in april (1977), Als in een zwijgend laken. Gedichten over liefde (1984), Quatre-mains. Gedichten (1987), De Tuin van Cathérine (1992), Kweeperen in cognac (1996), Dubbelfuga; van leven, liefde en lijden (2000), Het eiland van elkaar (2006) en Dooitijd (2012).
Dooitijd is haar voorlopig laatste bundel. Karel Dierickx tekende voor deze bundel een gouache.
Jo Gisekin werd bij haar veertigjarig dichterschap bedacht met de essaybundel Zo, denk ik, wordt liefde weer nieuw (2008), waarin dertig critici en dichters uit Vlaanderen en Nederland reageerden op één gedicht van haar.
|