Een jaar of twintig geleden begon het. Steeds meer drukkers dankten hun oude persen en letterkasten af, omdat zij de concurrentie met de nieuwe technieken niet meer zagen zitten. Ronald Ergo, een aan zijn ambacht verknochte zetter en kunstschilder in zijn vrije tijd, begon toen voor weinig geld veel letters aan te kopen. Hij en zijn zoon bezitten er vandaag een vijfhonderdtal. In een bibliofiele uitgave met de toepasselijke titel "Letters" maken zij op een artistieke manier een inventaris op van hun verzameling en illustreren zij de geschiedenis van de typografie, "de hoedster van alle kunsten".
Ronald en Reinhart Ergo koesteren de letters die ze naar eigen zeggen in kelders en stallen vonden, in uithoeken van drukkerijen, bestoft en zwart van de inkt. "De jongste jaren worden letters als oud lood verkocht, voor het gewicht. Als wij ze niet opkopen, worden ze gegoten en maakt men er bij voorbeeld ankers van."
Hun verzameling begon uit passie, uit liefde voor het kunstig materiaal. Uiteraard beseffen zij dat het ambachtelijk drukwerk niet op kan tornen tegen de fotomechanische procédés, maar zij vinden dat er ruimte moet blijven voor de traditionele praktijk, zoals men vandaag ook opnieuw barokmuziek speelt op oude instrumenten, en zoals er nog steeds portretten geschilderd worden hoewel een foto veel vlugger klaar is.
De toekomst van het ambachtelijk drukken is de bibliofiele uitgave. Kostbare teksten voor fijnproevers, gedrukt op Japans papier en verlucht met etsen, gezet in een fraaie Garamond of Bodoni. "De Prentenier", de kleine uitgeverij van de Ergo's, bracht al bijna vijftig titels uit, waaronder liefdesgedichten van Shakespeare, Kerkhofblommen van Guido Gezelle en een vertaling van het Verloren paradijs van de Tsjechische Nobelprijswinnaar Jaroslav Seifert, maar ook de Höhe Messe van Bach.
Typografie - de vormgeving van een gedrukte tekst - is een zakelijk middel voor een nuttig doel. De tekst moet in de eerste plaats leesbaar zijn. Esthetiek komt er maar zijdelings bij kijken: het genieten van fraaie figuren is zelden het eerste doel van de lezer. Voor Ronald en Rein Ergo ligt het anders. Zij experimenteren ook met de vorm van de letters en maken er allerlei composities mee, zowel op papier als op doek. Hun jongste uitgave wordt aangeboden in een houten doos waarin je behalve het boek allerlei affiches en unieke druksels vindt, en zelfs een schilderijtje. Letters zijn hun grondstof om kunst te maken.
Garamond
Als motto kozen de twee Ergo's voor hun boek een gedachte van de Franse dichter Paul Valéry: "Une page est une image". In hun inleiding herinneren zij aan de oorsprong van de letters, die in een ver verleden voortkwamen uit het beeldschrift. Een van de oudste alfabetten is een Semitisch spijkerschrift uit de vijftiende eeuw voor onze tijdrekening. In dezelfde periode ontwikkelde zich het Fenicisch schrift dat later door de Grieken werd overgenomen.
De geschiedenis van onze letters is een boeiend verhaal, waaraan elke periode het hare bijdroeg. Zo danken we onze kapitalen of hoofdletters aan de Romeinen, maar de kleine letters (wat men in de drukkerijen de "onderkast" noemt) gaan terug op de Karolingische minuskel, de schrijfstijl van de Ierse monniken in de scriptoria van de vroege middeleeuwen. De humanisten, die onze letters hun definitief uitzicht gaven, beschouwden de Karolingische minuskel ten onrechte als het handschrift van de Oudheid.
Zelden staan wij er bij stil dat de boekdrukkunst een Chinese uitvinding was. Men sneed er teksten in houtblokken en in de elfde eeuw al kende men er losse drukletters. Het eerste grote gedrukte boekwerk in Europa was de 42-regelige bijbel van Gutenberg die in 1455-'56 verscheen in Mainz.
Minder dan een eeuw later sneed de Franse stempelsnijder en lettergieter Claude Garamond (die onder meer gietvormen maakte voor Christoffel Plantijn) zijn Romain de l'Université, een toonbeeld van klaarheid en sobere elegantie dat tot op de huidige dag navolging vindt. In de uitgave van "De Prentenier" vind men tal van voorbeelden. Ook de grote classicistische drukker Giambattista Bodoni, een man die in de hofdrukkerijen van Parma zowat 140 alfabetten ontwierp, komt in het boek ruim aan bod. Toonaangevende Nederlandse typografen zoals Sjoerd de Roos kregen eveneens een ereplaats.
Voor ambachtelijke drukkers die zich verdiepen in de aparte charmes van elke letter, waren de computerletters lange tijd een gruwel. "Dat komt doordat men in het begin varianten van bestaande drukletters in de computer probeerde te stoppen, zegt Ronald Ergo. Dat leverde allerlei lelijke vervormingen op. Gelukkig blijft de techniek evolueren, en de jongste jaren worden er ook mooie en functioneIe letters voor de computer ontworpen. Voor de grote drukkerijen werden letters bedacht waardoor men veel papier kan besparen, zonder dat de leesbaarheid van de tekst geschaad wordt."
Vader en zoon zijn ondertussen alweer bezig met nieuwe projecten. Dit jaar nog brengen zij bibliofiele uitgaven met ge-dichten van Anton Van Wilderode en Michel Seuphor.
„Schrijvers zijn bijzonder gevoelig voor een mooie uitgave van hun werk,” weet Ronald Ergo. En gelukkig voor de Gentse drukkers denken verzamelars en kunstvrienden e net zo over.
„Het oude drukken heft nog een mooie toekomst. Wij hebben contacten met en uitgeverij di het ambacht in ere houdt in hartje Manhattan. Daar kun je jonge Japanners met liefde aan een oude pers zien werken.”
|