|
|
Michel Seuphor trouwde met Suzanne Prasse in Parijs op 19 april 1934. Nog in hetzelfde jaar vestigt het echtpaar zich in het Zuiden van Frankrijk, in Anduze. Michel Seuphor zou er vijf romans schrijven, Histoires de Grand Dadais, Ramgal, Thuillies, 1938; Les Évasions d’Olivier Trickmansholm, Paris, Aubier, 1939; Douce Province, Lausanne, Marguerat, 1941; La Maison claire, ou les Trois Faces de la vie attentive, Lyon, Le Livre Français, 1943; Le Visage de Senlis, Paris, Le Pavois, 1947. Later, in Bagnois-sur-Cèze, schreef hij een zesde roman, Le monde est plein d’oiseaux. [1] Het huis Le Mas Blanc wordt La Maison Claire in de romanreeks van Michel Seuphor.
Tijdens zijn verblijf in de Cevennes ontmoet Seuphor Pierre-André Benoit of PAB, een beginnend uitgever van bibliofiele uitgaven. Hij zou tussen 1944 et 1948 zo’n 48 publicaties met Seuphor uitgeven, veelal kleine boekjes, "vlinderboekjes" en "miniscules" die in zeer bescheiden oplage verschijnen. Seuphor bracht PAB ook in contact met Jean Arp en Francis Picabia, en opende voor hem een artistieke horizon die zou lijden tot de uitgave van meer dan 900 boeken met de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw.
La Maison Claire
|
'In 1934 trouwt Seuphor met Suzanne Plasse. Het echtpaar vestigt zich in het Zuiden van Frankrijk, in Anduze. Ze leven er in vrij armoedige omstandigheden en Seuphor wijdt zijn tijd aan schrijven en tekenen. Ze krijgen twee kinderen, waarvan er één op zeer jonge leeftijd overlijdt. Seuphor is ver verwijderd van het Parijse leven maar hij publiceert in verschillende lokale tijdschriften en af en toe in België en Zwitserland. De oorlog nadert en een aantal tijdschriften waarvoor hij schrijft, verdwijnt uit de circulatie.
|
La Nouvelle Campagne, het tijdschriftje dat hij in eigen beheer uitgeeft, verschijnt in een zeer kleine oplage. De afleveringen, waarvan de exemplaren genummerd zijn, worden door Suzanne getypt en gereproduceerd met behulp van carbon. Op deze manier worden telkens 6 of 7 exemplaren gemaakt. Ook de illustraties worden op deze manier gereproduceerd. De oplagen schommelen rond de dertig per aflevering. Het tijdschrift loopt van eind 1934 tot 1939.
In 1938 publiceert Seuphor Histoires de Grand Dadais bij Ramgal. Vervolgens verschijnen van zijn hand een aantal romans met sterk autobiografische inslag. De meest bekende is Les Evasions d'Olivier Trickmansholm voor het eerst uitgegeven bij Aubier in 1939. De roman vormt een soort afrekening met het verleden en wordt genomineerd voor de Prix Goncourt. Het uitbreken van de tweede wereldoorlog verhindert dat hij onderscheiden wordt. In 1946 verschijnt een heruitgave van dit werk bij Pavois, die in 1945 ook Tout dire op de markt bracht. Eerder was in 1941 Douce Province verschenen bij Marguerat in Lausanne en in 1943 La Maison Claire bij Le Livre français. In 1947 wordt de reeks afgesloten met Le Visage de Senlis. Ondertussen is Seuphor zijn eerste biograaf tegengekomen. Francis Bernard, een jonge landbouwer uit Tornac schrijft Itinéraire spirituel de Michel Seuphor. Tijdens zijn verblijf in de Cevennes ontmoet Seuphor ook Pierre-André Benoit. Pierre-André Benoit of PAB, is de zoon van een welstellende garagist in Alès en beginnend uitgever van bibliofiele werkjes. |
|
Michel Seuphor, La Maison Claire (1943), opgedragen aan Victor Delhez |
Le Silence, uitgegeven in 1944, is het eerste boekje van Seuphor dat bij Les Bibliophiles Alésiens uitgegeven wordt. Het vormt het beginpunt van een hele reeks bibliofiele uitgaven van werk van Seuphor door PAB en Les Bibliophiles Alésiens. Meestal zijn dit kleine werkjes, "vlinderboekjes" en "miniscules" die in zeer confidentiële oplage verschijnen. Mariage Filmé wordt heruitgegeven, maar ook nieuwe titels zoals 4 quacsitchadrides pour cent personnes spirituelles en Nus dits worden gedrukt. Wanneer Seuphor in 1948 terugkeert naar Parijs, wordt hij gevraagd om in Galerie des Deux-îles tentoonstellingen te organiseren over moderne schilderkunst. PAB drukt de catalogi en geraakt geïntroduceerd in het Parijse circuit. Hij verwerft bekendheid en zal gedurende dertig jaar bibliofiele werken en livres d'artiste uitgeven. De boekjes worden meestal door hemzelf op de handpers gedrukt. PAB verzorgt uitgaven van Picabia, Arp, Max Jacob, Breton, Tzara ... met illustraties en gravures door onder andere Duchamp, Picasso en Braque. In 1952 verschijnt het voorlopig laatste boekje van Seuphor bij PAB. In 1981 is er terug een toenadering tussen de twee. Dit resulteert in de uitgave van Le plus et le moins.' [2]
In Le Gard des écrivains getuigt Frédéric Jacques Temple over een ontmoeting met Michel Seuphor in La maison Claire:
C'est en 1941 que je fis un séjour dans la forêt de la Méjanelle, sur les versants de la route des crêtes, au-dessus de Saint Jean-du-Gard, pour abattre des arbres et empiler des stères dans un chantier de jeunesse qui remplaçait en ce temps-là le service militaire. Nous étions au grand air, dans la forte odeur des pins, nous nourrissant de châtaignons. Du camp de la Méjanelle, j'empruntais, le dimanche, jour sacré du repos des hommes comme de Dieu, les raccourcis abrupts qui me permettaient d'atteindre Anduze où s'était replié l'écrivain, peintre et critique d'art, Michel Seuphor, de son vrai nom, Fernand Berckelaers. D'abord activiste flamingant, familier des revues d'avant-garde, grand spécialiste de son ami le peintre Plet Mondrian, il avait gagné Paris où s'était établie sa réputation d'ardent défenseur de l'art abstrait. A Anduze, il avait écrit des romans, Les Tribulations d'Olivier Trickmansholm et La Maison claire. Il encourageait le jeune éditeur des «Bibliophiles alésiens», Pierre-André Benoît, le futur PAB, qui publia un grand nombre de « minuscules » qu'il signait de son nom Michel Seuphor. Lorsque j'arrivais chez lui, fatigué, Seuphor me servait un bol de soupe et me lisait un chapitre de son travail en cours ce qui, immanquablement, m'endormait. Quand je me réveillais, c'était l'heure de rejoindre ma baraque Adrian. Je possède encore de ses «minuscules» sur papier de misère, Poésie et Amour et Le Feu sur la montagne, et le très vif souvenir de ce grand combattant sur le front de l'Art.
C'est bien après la guerre, chez Joseph Delteil, que j'ai enfin rencontré Pierre-André Benoît qui était devenu célèbre pour ses «minuscules» éditées sur un papier qui n'avait plus rien à voir avec celui des «Bibliophiles alésiens». Delteil lui avait confié le soin d'imprimer les deux premiers recueils de sa collection «Le Premier Cru». Aventure qui n'alla pas plus loin. Qui était Pierre-André Benoît? Un artisan-poète artiste, prêtre de la religion du Livre. [3]
Door een schenking van Pierre-André Benoît aan zijn geboortestad Alès in 1986, opent er in 1989 het Musée-Bibliothèque Pierre André Benoit.
|
|
|
|
|
|
[1] Entre 1935 et 1948, Michel Seuphor a choisi, à dessein, un nouveau registre d'expression, tenant à la fois du roman et du récit autobiographique, pour tenter d'exprimer les différentes facettes de sa personnalité. Cette époque de sa vie fut, en effet, celle d'une mutation profonde. Elle a été marquée tout à la fois, dès l'année 1934, par sa conversion au catholicisme, son mariage, son départ de Paris (qui avait été pendant dix ans le lieu de ses rencontres les plus déterminantes et le théâtre de ses expériences), et, enfin, par la découverte de la dure réalité de l'existence quotidienne dans une petite localité du Gard. Ainsi se trouva-t-il confronté à un nouvel univers, celui d'un microcosme provincial, dont le mode de vie, les références et les valeurs furent pour lui une source d'inspiration complémentaire.
(
Michel Germain, Michel Seuphor romancier, Etude de l’œuvre romanesque de Michel Seuphor de 1935 à 1948. Thèse Doctorat de Langue et Littérature française, Université de Nantes 1991, p. 14 (texte non publié)).
[2] Bram Daverveldt, Seuphor, Antwerpen, Stadsbibliotheek Antwerpen, [2001]. Catalogus bij de tentoonstelling Seuphor in de Stadsbibliotheek Antwerpen, 8 september - 21 oktober 2001. Tekst en samenstelling was van Bram Daverveldt.
[3] Frédéric Jacques Temple, Sommières. Sans frontières, in Le Gard des écrivains (sous la direction de) Bernard Bastide, Éditions Alexandrines, 2014
|
|
|
|
|
|